Zaterdag 2 juli

Vandaag stond de rit naar Death Valley op de rol. We konden kiezen of we een groot deel van dezelfde weg wilden nemen door Yosemite als gisteren, of een hoger gelegen snelweg. We kozen voor de snelweg. Dat zou ons niet veel extra tijd kosten en zo zouden we weer wat anders zien van het park.

Dat bleek de moeite meer dan waard, want we hebben lekker in de sneeuw gestaan. Het blijft een rare gewaarwording als het buiten ruim 25 graden is. Onderstaand 2 foto’s om te zien hoe dat eruit zag.

 

Verder zagen we veel bos, waar we nog even van genoten, want later die dag zouden we in Death Valley arriveren, die zoals de naam al zegt, niet veel kans op leven biedt.

De hoogste temperatuur die er ooit gemeten is, ligt iets boven de 56 graden. De dag dat wij er waren was er kans op temperaturen die nabij dat record lagen. Pffff! Je zou zegen dat dat veel zweten wordt. Toch blijkt dat niet zo te zijn. Het is er namelijk zo warm, dat je zweet al verdampt zodra het uit je poriën komt. Daarom is het er erg verraderlijk, je droogt uit voor je het weet. We gingen bepakt met 15 a 20 liter water op weg, dus kans op uitdrogen was vrijwel niet aanwezig.

Wat je in Death Valley ziet, is echt indrukwekkend. Bergen afgewisseld met hele platte vlakten, zoals hieronder te zien is en het enige teken van mensenleven is de weg die er dwars doorheen gaat. In het dal dat je in de verte ziet, was het overigens iets meer dan 46 graden.

Verder bestaat uit uit allerlei soorten rotsen, zand, grint, keien etc.

 

 

En soms lijkt het wel op goud met daarover een chocoladelaagje 😉

Hier laat de grond goed zien hoe warm het er is, er zitten allemaal barsten in door het uitdrogen.

Overigens zijn er blijkbaar planten die toch in deze hitte kunnen groeien (zie achtergrond, van die op de voorgrond weten we niet of hij nog leeft).

Vervolgens leidde de route ons langs een plaats die ze het schilderspalet noemen, vanwege alle verschillende kleuren die de stenen bevatten.

 

Dacht je eerder in dit blog dat het heet was met die 46 graden? Dan mag je je borst nat maken, want even voorbij het schilderspalet gaf onze thermometer in de auto dit aan (het getal rechtsonder).

57,2 graden Celsius! Nu voel je eigenlijk al niet heel veel verschil meer, want het is gewoon echt héét. Wat wel grappig is, is dat de warmte echt van 2 kanten komt, van boven door de zon, maar ook van de ondergrond. En je moet echt een zonnebril opzetten, want de wind die er waait is zo warm, dat het een branderig gevoel aan je ogen geeft.

En tot slot een foto van een deel van een zoutvlakte.

Daarna zijn we naar het hotel gegaan om te eten en te zwemmen in een zwembad dat een graad of 35 was (kouder krijgen ze het er waarschijnlijk ook niet). Heerlijk! Dat hebben we gedaan tot het donker werd.

Nadat de zon volledig weg was, zijn we getuige geweest van een van de mooiste dingen die we ooit gezien hebben. Met wat angst in onze benen (of waren het mijn benen?) voor coyotes en schorpioenen zijn we naar een afgelegen plek gereden. Daar was het zo donker, dat je de sterren perfect kon zien. Twee foto’s die best goed weergeven wat we gezien hebben.

 

Bladwijzer maken Permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *