Deze twee dagen zijn we onderweg geweest van Los Angeles naar San Francisco. Hiervoor hadden we besloten om Highway 1 te rijden, een weg die mooie uitzichten zou moeten bieden op de natuur in dit gebied. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden bestaat ongeveer 33% van de weg uit echt snelweg, de rest is meer een weg door de bergen.
We gingen op weg met de wetenschap dat het mooiste deel van de route pas op dag 2 zou komen. Zo bestond een aanzienlijk deel van de route uit landbouw. Ja, net alsof wij Hollanders niet weten hoe dat eruit ziet… Toch hebben we een aantal aardige dingen gezien die we niet hadden willen missen.
Uiteindelijk viel de eerste rit inderdaad een beetje tegen. Het hotel waar we sliepen stond in een dorpje met nog geen 500 inwoners. Maar het uitzicht was er best mooi, zoals jullie hierboven kunnen zien. Het was er ook echt fris met de zeewind die er stond.
Overigens is het bijzonder hoeveel mensen hier surfen. Vanmorgen bij het hotel alleen al lagen er al een stuk of 20 in het water (bij een graad of 16 met een frisse zeewind, brrr). Ook zie je onderweg veel wielrenners rijden. Het is voor ons een vreemde gewaarwording dat zij gewoon mogen rijden op een weg waar je een km of 80 a 90 mag met de auto en dat ze dan ook vaak maar een strookje van 40cm hebben om op te rijden.
De tweede dag van de route langs Higway 1 was tientallen keren mooier dan de eerste dag. We konden op een kilometer of 30 van het hotel stoppen bij een van de ‘scenic views’, waar je kans had om zeeolifanten te zien. Nou dat is gelukt! Wat een gave gewaarwording was dat. De zeekoeien maken overigens aparte geluiden, die door kinderen die daar ook waren omschreven werden als ‘farts’ (net alsof we daar zelf niet ook al op gekomen waren :P).