Hoi allen,
Het is inmiddels onze laatste dag in de badplaats Atlantic City in de staat New Jersey. Aangezien het alweer een poosje geleden is dat we wat verteld hebben over onze hoe’s, wat’s en waars werd het weer tijd voor een nieuw berichtje (de statistieken even niet meegeteld 😉 )
De afgelopen anderhalve week hebben zich vooral afgespeeld in de staten Virginia, Pensylvania en New Jersey. Na ons verblijf in de marinestad Norfolk zijn we westwaards getrokken richting de Shenandoah vallei. Uiteraard moesten we onderweg wel even stoppen bij een outlet mall om te gaan kijken bij de Timberland-winkel of ze schoenen in maat 16 hebben. Helaas 🙁
Na de mall reden we door richting de Shenandoah Vallei in de Appalachen. Helaas zat het weer heel erg tegen, en moesten we de rit een paar keer onderbreken omdat het te hard regende om nog verantwoord door te kunnen rijden, je had geluk als je ergens de achterlichten van je voorligger kon onderscheiden. Zelfs op de snelste stand konden de ruitenwissers het niet meer bijbenen…
Uiteindelijk begon het weer gelukkig weer een beetje op te klaren toen we wat meer in de buurt van de bergen kwamen. Toen we bij het hotel (in het plaatsje Woodstock, niet van het concert!) kwamen was het al redelijk laat, en hebben we ook niet veel meer gedaan op het uitzoeken van een camping na. Het weer voor de komende dagen was namelijk best goed…
De volgende dag was het niet zo heel ver meer naar de camping in het plaatsje Luray, hooguit 50 minuten rijden als je je aan de snelheid hield, wat we natuurlijk altijd braaf doen, want we willen ‘Uncle Cop’ natuurlijk niet achter ons aan hebben. Uiteindelijk hebben wij er alsnog een paar uur over gedaan omdat er precies op de route een tweetal grotten was te vinden: de Shenandoah-caverns en de Luray-caverns. Die moesten natuurlijk bezocht worden!
We gingen als eerste naar de Shenandoah Caverns, en deze viel vooral op door het redelijk veel aanwezig zijn van ‘Bacon’…
De rondleiding door de grot duurde ongeveer een uurtje, en was het zeker waard; zeker omdat het een dusdanig kleine groep was dat het bijna een privé-rondleiding was.
Na deze grotten gingen we op naar de volgende grotten: De Luray-caverns. Hier was het helaas een stuk drukker, en de gids sprak wel heel erg op de automatische piloot. Gelukkig waren de grotten zelf meer dan indrukwekkend genoeg om dit snel te doen vergeten:
![]() |
De stalactieten en hun reflectie in het water |
Na deze tour hebben we nog even snel door een soort automuseum heen gecrossed. Hier hadden ze allerhande oude auto’s opgeslagen, met auto’s die Hilmar volgens ons wel gaaf vindt vanwege de ster op de motorkap…
Na dit museum zijn we naar de camping gegaan. Enige minpuntje was dat de camping uit 2 niveaus bestond: de tent-plaats lag beneden en het sanitair/water etc lag boven. Dit betekende dus steeds een flinke klim als je moest pissen en er geen boom in de buurt is. 😉
Het vele gras en het feit dat we bijna de hele tijd de enige kampeerders waren op het grasveld hebben we goed kunnen schaven aan onze Disc Golf technieken.
Marcel is ’s avonds rond zonsondergang nog even het Shenandoah park in geweest en heeft een aantal mooie plaatjes kunnen schieten.
Na onze dagen in de vallei besloten we weer richting de grote stad te rijden, Philadelphia om precies te zijn. Omdat we besloten hadden tolwegen te vermijden waren we een flink eind onderweg: bijna 5 uur. Af en toe reden we echt de toeristische route of dwars door de binnenstad van Baltimore (wat er overigens best uitziet als een plaats om een dag of een paar dagen gezellig door te brengen, dus dat staat nog voor later op de rol). Uiteindelijk hadden we echter ons hotel bereikt in het plaatsje Mt. Laurel in New Jersey, vlak buiten Philadelphia. Dit bleek een long-stay hotel te zijn en had ook een keukentje. Dit betekende dus dat we zelf ons eten konden maken. Helaas hadden we de niet goed gekeken of de magnetron nu een magnetron of een oven was, dus we hadden vol goede moed een stel croissantjes gekocht die we niet klaar konden maken in de oven die we niet hadden. Maar gelukkig waren we inventief genoeg om de bladerdeeg gewoon in een pan te doen en te bakken in olie, werkte prima!
De eerste volledige dag in Philadelphia hebben we grotendeels in een museum doorgebracht. Het Penn Museum is een museum over geologie en antropologie. We hebben heel veel oude potten, schalen en parfumflesjes gezien, evenals de diverse manieren waarop verschillende volkeren de overledenen begroeven.
Wat ook wel vermeldenswaardig was, en erg interessant om gezien te hebben was het verschil in schedel tussen Europeanen, Zuid-Amerikanen, Afrikanen en Aziaten te zien. Helaas hebben we daar geen foto’s van genomen.
De volgende dag hebben we eerst een aantal uren gespendeerd met heen en weer bellen tussen reisbureau en autoverhuurmaatschappij, omdat onze reservering niet correct verlopen was en we dus maar voor 1 maand een contract getekend hadden. We zullen er verder niet te veel woorden aan vuil maken, maar we zijn nu tig telefoontjes verder en 2 trips naar Budget verhuur locaties en vooral heel veel ergernis verder en er lijkt wat schot in de zaak te zitten. Maar we juichen niet te vroeg, dat hebben we inmiddels wel afgeleerd. Hoe dan ook, we hebben gelukkig wel steeds de beschikking gehad over de auto.
De rest van de dag hebben we doorgebracht in Philadelphia centrum. Eerst zijn we naar de City Hall Tower gegaan, waar je een mooi uitzicht hebt over de stad. De weg naar de top van de toren was een avontuurlijke. Met zijn vieren in een lift waar je ook echt maar met zijn vieren in kon (en je dus ook zeker niet te veel hamburgers gegeten moest hebben waardoor je flink was gaan uitdijen, en ja die ‘uitdij-poging’ doet Marcha nog steeds 😉 ) en een blik naar buiten, dus naar de binnenkant van de toren, leverde een uitzicht op verroeste stalen platen, touwen en afgebrokkelde stenen op. De man die de lift bediende had van de tevoren gevraagd of we last van hoogtevrees en claustrofobie hadden, waarop we stoer ‘nee’ antwoordden, maar we hebben wel even geduimd dat er geen ontruimingsalarm zou komen… We voelden er weinig voor om over die dunne verroeste plaatjes naar beneden te lopen. Brrrrr.
Gelukkig was het uitkijkpunt zelf een stuk beter onderhouden en heeft Marcel een aantal mooie foto’s kunnen maken.
Na Philadelphia was de volgende bestemming Atlantic City, het Las Vegas van de Oostkust. Inderdaad, bij het benaderen van de stad heeft het wel wat weg van Las Vegas in het klein, door de aanwezige hoogbouw met bijbehorende neonverlichting. Erg gaaf om te zien, zeker bij nacht. Nu zitten we ook weer in een erg mooi hotel met keuken en aparte slaapkamer… Erg relaxed voor de afwisseling. Vooral de bank is geliefd vanwege het verschil met de standaard motel-stoelen en picknick-tafels op campings 😉
Wij hadden speciaal gekozen voor dit hotel vanwege het aanwezig zijn van een keukentje, want dan konden we zelf weer eten maken. Helaas hadden we nu weer ergens geen rekening mee gehouden: het niet aanwezig zijn van een supermarkt. Toen we ’s avonds uitgepakt waren kwamen we er achter dat er in heel Atlantic City geen enkele Walmart of Publix supermarkt te vinden was waar je een beetje verse groente, brood en vlees kan halen. Het enige wat er in de stad te vinden is zijn van die tankstation-achtige winkeltjes waar je hooguit een zak chips, voorverpakte sandwiches en een pak bier kan halen. Uiteraard wilden wij nu vooral VLEES en GROENTEN vanwege de kookplaat en koelkast…
Na enig zoeken kwamen we erachter dat de dichtstbijzijnde Walmart op ruim een uur rijden was. We stonden al bijna op het punt om er naar toe gaan toen Marcha gelukkig de tegenwoordigheid van geest had om het toch even in de lobby te vragen; en met succes. Er bleek op ongeveer een kwartiertje rijden een ACME-supermarkt te zijn. En dat scheelt nogal rijden, en gelukkig hadden ze alles wat we nodig hadden.
De volgende dag was het eerst even vroeg opstaan voor Marcel om de zonsopgang te fotograferen, tja je moet toch wat om mooie plaatjes te krijgen.
De rest van de dagen bestond verder vooral uit slapen (het bed lag erg fijn), eten in het appartement (was erg lekker, peultjes met rijst en superlekkker varkensvlees), casino, slapen, eten, casino, slapen, eten, zwemmen, eten, slapen, casino, eten (bij Las Vegas Favoriet Wolfgang Puck, die echter hier in Atlantic City toch wat minder was dan in Vegas) en tussendoor ook nog even het al eerder beschreven kwaadmaken over de huurauto.
Atlantic City is een leuke stad, maar wel aan te raden om in de zomer te bezoeken, zodat je ook echt wat hebt aan het strand en omdat de temperatuur dan net iets aangenamer is dan nu. We mogen niet klagen, het is overdag 19-20 graden en lekker in de zon, maar in de schaduw met wat wind algauw kil. Het is allemaal wat minder overdone dan Las Vegas, wat voor sommigen misschien een voordeel is. Qua gastvrijheid is Vegas echter wel een stuk beter. Hier moet je bijvoorbeeld overal betalen voor parkeren, het personeel in restaurants en winkels en ook de mensen op straat zijn norser. Oh ja, en wij halen de gemiddelde leeftijd redelijk naar beneden momenteel. Het is niet zo erg als vorig jaar in Treasure Island, maar wel opvallend.
En toen was het zowaar donderdag avond 8 mei, en moeten we morgen om 10 uur alweer uitchecken uit dit hotel. Daarna zullen we naar een camping bij het plaatsje Lothian in Maryland gaan, vanwaaruit we Washington DC en Baltimore willen gaan bezoeken.
Welterusten en tot de volgende keer!