Omdat ik vandaag nog geen anderhalf uur hoefde te rijden naar Interlaken, mijn volgende bestemming, besloot ik vanmorgen een beetje rustig aan te doen. Zo ging ik pas tegen half twaalf weg van de camping in Bern.
Na een gemoedelijk ritje door onder andere Thun en langs het meer van Thun kwam ik uiteindelijk op een camping uit in Ringgenberg aan de Brienzerzee, iets ten buiten van Interlaken.
Hier heb ik snel de tent opgezet, en behalve boodschappen doen heb ik eigenlijk alleen nog maar zitten uitzoeken welke wandelingen ik wilde gaan lopen. De keus is hier namelijk nogal groot, en ik had van te voren ook een grote kaart van de omgeving gekocht. Er is hier gewoon veel te veel te doen 😉
S’-avonds ben ik nog even met de bus naar Interlaken gegaan om hier de stad een beetje te verkennen. Ik vond het echter niet echt de moeite waard. Veel te toeristisch en veel te druk. En het viel gewoon op hoeveel Arabieren er hier rondliepen. Ze liepen bij wijze van spreken 3x rondjes om de Japanners en Chinezen qua hoeveelheid. Later kwam ik erachter dat Interlaken blijkbaar heeft ingezet op rijke toeristen uit het midden oosten…
Na terug te zijn gekomen op de camping even snel spullen verzameld voor morgen, want dan moet ik vroeg op voor een lange hike…
Woensdag – Schynige Platte – Faulhorn – First
Ik had na een dag niksen en autorijden weer zin in een flinke wandeling, en het zou zeker met recht een flinke worden: Vanuit Schynige Platte naar de First via de Faulhorn. Ik zou er zelfs vroeg voor op moeten staan, omdat er een tijd van 6 uur voor staat zonder pauzes. Daarom had ik besloten om vanmorgen al om 6:35 de bus te halen naar het station Interlaken Ost. Daar moest ik helaas 20 minuten wachten op de trein naar Wilderswil. Gelukkig kwam ik de tijd prima door met het van me af meppen van irritante onbeschofte Chinezen.
Eenmaal in Wilderswil aangekomen moest ik daar overstappen op een tandradbaantreintje, die me in een kleine 45 minuten naar Schynige Platte zou brengen. Al met al heet het bijna 2 uur geduurd om er te komen, en dan heb je Het over een stukje van hemelsbreed misschien nog geen 25 kilometer.
Schynige Platte is het beste te omschrijven als een soort hoogvlakte op +- 1900 mtr hoogte met uitzicht op een paar prachtige bergen. Vanuit hier vertrekt dus ook de wandeling die ik wilde maken richting de First, een berg bij Grindelwald.
Het eerste stuk van de etappe verloopt nog redelijk vlak, zolang je over de hoogvlakte loopt. Hierdoor krijg je alvast de kans om goed in te lopen. Onderweg heb je constant zicht op prachtige groene weiden en rotsachtige bergtoppen.
Na een paar kilometer, ik gok na een km of 4/5, moet je toch wat serieuzer aan de bak want vanaf dan zal de wandeling tot aan de Faulhorn eigenlijk alleen maar stijgen. Voor je daar bent kom je eerst nog langs de Manndlenen-hut, waar je kan eten en slapen. Ik liep hier echter gewoon voorbij, want ik was nog geen 2 uur onderweg.
Na constant wisselende uitzichten op de bergen, bergmeertjes, het meer van Thun en de grote alpenreuzen als Jungfrau, Eiger en Monch kom je uiteindelijk uit bij de Faulhorn op 2690 meter hoogte. Hier staat het oudste berghotel van Zwitserland en ik heb hier ook even wat gegeten en gedronken met uitzicht op de eerder genoemde bergen.
Na gegeten te hebben gingen ik weer op pad, nu naar de First. Hier stond 2 uur voor, en het is 2 uur lang alleen maar dalen. Je daalt harder dan wat je omhoog ging, dus ik was ergens wel blij dat ik niet in First begonnen was.
Ongever halverwege de afdaling kom je nog langs een bergmeer, genaamd de bachalpsee. Hier begon het ook echt druk, aangezien er heel veel aanloop is hiernaartoe vanuit Grindelwald.
Het laatste stuk vond ik ook wat minder spectaculair. De uitzichten waren niet meer zo mooi en het was veels te druk. Ik was dus blij dat ik uiteindelijk op de First stond, waar ik de kabelbaan naar beneden heb gepakt. Die deed er ook nog ongeveer een kwartiertje over om in Grindelwald aan te komen en uiteindelijk heb ik een veel te volle trein naar Interlaken Ost gepakt om weer op de camping te kunnen komen.
Al met al gezien was het een zeer geslaagde wandeling, vooral het stuk tot aan de Faulhorn. Het pad is zo goed als overal goed te belopen, alleen het is wel opletten geblazen omdat je soms ook blokkenvelden over moet steken. Goede schoenen zijn echt een must. Qua steilte vond ik de afdaling ‘erger’ dan het steigen. Alleen in de buurt van de Manndlenen hut is het even erg steil, en het allerlaatste stuk voor de Faulhorn. De rest vond ik prima te doen.
Donderdag – Ringgenberg en touren met de auto
Vanmorgen werd ik wakker met het idee om weer een stevige wandeling te gaan maken, en ik had gezien dat je vlak buiten de camping naar een bergtop kan wandelen (Roteflue) en dat je dan vervolgens via de Brienzer berggraat richting de huisberg van Interlaken kan wandelen: de Harder Kulm.
Rond een uurtje of half 10 begon ik aan de wandeling richting Roteflue, wat een stijging van 600 meter hoogte naar 1750 meter hoogte betekende. Het eerste stuk, tot aan Blatti, was al gigantisch steil en ik merkte dat ik duidelijk toch nog vermoeide benen had van de tocht van gisteren. Toen ik bij Blatti op een richting wijzer zag staan dat het nog 2:30 uur naar Roteflue zou zijn, besloot ik maar om eieren voor mijn geld te kiezen en een pad eerder richting Interlaken te gaan. Hierdoor blijf je uiteindelijk een stuk lager.
Helaas raakte ik op een gegeven moment het gemarkeerde pad kwijt, want ik dacht het pad te volgen, maar het ging alleen maar steil naar beneden. Dit stond zelfs niet eens op mijn kaart, dus ik ging gewoon door naar beneden. Ik zou namelijk vanzelf weer bij een pad terecht komen was mijn gedachte, en dit was inderdaad het geval, en ik besloot de snelste route naar Goldswil te nemen omdat ik het ondertussen goed zat was mede door de hitte, vermoeidheid en ook mijn knie begon op te spelen. Oftewel het was niet de meeste geslaagde wandeling van de vakantie…
Na terugkomst op de camping besloot ik na gegeten en gedouched te hebben om met de auto richting Beatus Hohlen te gaan. Het was namelijk ondertussen ook gaan regenen en onweren en in een grot blijf je doorgaans wat droger in dat geval.
De grot mag je na aftikken van 18 Frank(16 als je je Interlaken Guest Card inzet) op eigen gelegenheid gaan verkennen, en dit was prima te doen omdat het helemaal niet druk was. De grot onderscheidt zich vooral ten opzichte van andere grotten waar ik geweest ben doordat er enkele beken inclusief watervallen doorheen lopen. Erg tof. Deze watervallen komen vervolgen naar buiten vlakbij de ingang van het gebouw en dat ziet er erg mooi uit.
Nadat ik de grot uit was besloot ik met de auto nog een rondje rond het me van Thun te rijden om te kijken of er nog mooie uitzichtpunten waren. Dit viel helaas tegen, aangezien je bij alle plekken waar je kan stoppen moet betalen om te parkeren. Daar heb ik natuurlijk geen zin in als het maar voor een kwartiertje is.
Nadat het rondje compleet was besloot ik na wat te eten gegaald te hebben bij de Lidl nog wat verder te gaan touren: richting de Rhône gletsjer op de Furka-pass.
Dit werd een bijna 2 uur durende rit om daar te komen omdat je eerst de Grimselpass over moet, iets daalt en vervolgens gelijk doorgaat naar de Furkapass. Erg tof om te rijden, alleen naarmate het later werd en om hoger kwam werd het weer ook steeds slechter. In de buurt van de plek waar de gletsjer zou moeten liggen was het zelfs zo mistig dat ik amper 20 meter vooruit kon kijken, dus die hele gletsjer heb ik niet gezien 😀 Ik heb dus gelijk maar rechtsomkeert gemaakt omdat het ook erg donker werd en bleek dat de Grimselpas nu ook in het slechte weer zat. Al met al was Ik pas na half tien terug op de camping…
Vrijdag – pad van de drie watervallen
Omdat ik vandaag mijn knieën wilde proberen te ontzien, had ik vandaag een wandeling met niet al te veel klimmen en dalen uitgezocht. Het werd een route aan de ‘overkant’ van het Brienzer meer, tussen Bönigen en Brienz.
Na met de bus eerst naar Interlaken te zijn gegaan en vervolgens met een andere bus naar Bonigen kon rond 10:45 de wandeling beginnen. Het eerste stuk liep nog door het dop langs het meer, maar al snel verdwijnt het pad naar rechts het bos in.
Het viel me gelijk op dat het toch een stuk koeler was dan gisteren. Waarschijnlijk speelde die bui en het feit dat ik in de schaduwzijde van de berg liep ook mee. Ik moet zeggen dat de temperatuur heerlijk was.
Al vrij snel kwam ik bij de eerste waterval van de drie. Om deze te bereiken moest je een stukje van het doorlopende pad afwijken, maar je had er dan wel een mooi uitzicht op. Het volume dat naar beneden viel was niet echt veel, maar de hoogte maakte veel goed.
Nadat ik mijn weg vervolgd had duurde het anderhalf uur voor ik bij de volgende waterval kwam. Deze ligt recht boven het dorpje Iseltwald en het pad liep achter de waterval langs. Erg leuk, en ik moet bekennen dat ik blij was dat deze waterval ook niet veel water bevatte, want dan was ik zeker nat geworden. Het viel me ook op hoeveel modder er overal gespetterd was. Grappig!
Het was nu een heel lang stuk naar de derde en laatste waterval: de giesbachalle. Dit vond ik ook gelijk de mooiste, maar ik heb er helaas niet echt mooie foto’s van kunnen maken omdat de zon er vol opstond.
Na deze waterval ging de route eigenlijk rechtstreeks naar Brienz, en om eerlijk te zijn hebben ze hier een grote misser gemaakt. Het wandelpad voert namelijk over een best wel drukke weg met haarspeldbochten waar best hard gereden wordt. Levensgevaarlijk wat mij betreft.
Wat mij betreft was de rest van de wandeling eigenlijk top. Veel afwisseling omdat je over kliffen loopt, door weides of langs het meer. Echt lastig is het pad niet, al moest ik op sommige plekken voorzichtig lopen omdat de ondergrond glibberig was vanwege natte rotsblokken of boomwortels.
Toen ik eindelijk in Brienz aankwam miste ik helaas net de trein die me rechtstreeks naar Ringgenberg kon brengen. De eerstvolgende trein die kwam stopte daar niet maar pas in Interlaken Ost. Dat heb ik dan maar gedaan en vandaar heb ik de bus gepakt naar de camping.
Na op de camping even uitgerust te hebben, en ondertussen het weer bekeken te hebben voor het weekend, ben ik na het eten nog even wezen fotograferen bij Brienz, daar had ik namelijk een mooi kerkje zien staan dat gisteravond ook mooi verlicht was. Helaas was dat nu niet het geval…
Zaterdag – laatste dag…
Omdat ze morgen onweer opgeven in de loop van de dag, besloot ik om vandaag mijn laatste dag hier in Zwitserland te houden. Vanwege deze reden heb ik vandaag ook niet meer gewandeld, en ik was een beetje bang dat ik mijn knie te veel zou forceren.In plaats daarvan ben ik met de auto weer richting de Grimsel- en Furkapass gereden om toch de Rhonegletsjer nog te kunnen zien. Aangezien het nu best mooi weer was, vermoedde ik dat de kans nu een stuk groter zou zijn om iets te kunnen zien; en dit bleek inderdaad zo.
Na een ritje van plusminus anderhalf uur in verband met een wielerevenement en het aftikken van 9 frank entree kon ik hem eindelijk zien liggen:
Best indrukwekkend om te zien vond ik. Zeker als je je bedenkt dat hij met een meter per haar krimpt en dat dit alleen mar harder gaat. De kans is aanwezig dat we nog mee gaan maken dat hij er helemaal niet meer is!
Na hem van buiten bewonderd te hebben kon je ook naar binnen. Ze hebben namelijk in het voorste stuk van de gletsjer tunnels geboord waar je inkan. Ik begreep dat ze deze tunnels elk jaar opnieuw boren, dus ik vroeg me gelijk af of ze het smelten daar niet een handje mee helpen, maar goed ik ben geen expert. Ik weet wel dat hij smolt als een malle, ik heb menig koude waterstraal in mijn nek gehad 🙂
Nadat ik hier klaar was heb ik nog even een ijsje gegeten en daarna richting de camping terug. Hierna ben ik ‘s-avonds nog even teruggegaan naar de Giessbachfalle, de watervallen waar ik gisteren tijdens mijn wandeling al langs kwam. Dit was het zeker waard, de watervallen zijn schitterend.
Nadat het hiervoor te donker werd ging ik terug naar de camping en daar bleek deze opeens helemaal vol te zijn. Ik hoop niet dat ze morgen uit willen slapen, want ik ga toch lekker bijtijds de auto inruimen :p