Afgelopen augustus en september maakte ik weer een lekker fietstochtje. Deze keer tussen de twee Europese hoofdsteden Berlijn en Oslo.
Jep, ik ben dus gestart in Berlijn. Ik had weer zin om richting Scandinavië te fietsen, maar ik had geen zin in het fietsen door de Noord-Duitse laagvlakte; zeg maar het gedeelte tussen Nederlandse grens en de Elbe. Vandaar dat ik het lumineuze idee had om mijn reis te beginnen op de plek waar ik in mijn fietstocht in April eindigde: Berlijn. Belangrijkste reden die ik hierbij meenam, was de bereikbaarheid van de Duitse hoofdstad: er rijdt 5 keer per dag een trein rechtstreeks tussen Amsterdam en Berlijn; en de totale reistijd vanuit huis is op zich prima. 🙂
Deel 1: Berlijn –> Rostock (+- 373km)
Mijn route voert van Duitsland naar Denemarken; en het oversteken van de Oostzee naar Denemarken doe ik met de ferry van Rostock naar Gedser, op het eiland Falster.
Het fietsen naar het Noordduitse Gedser deed ik over een bestaande, gemarkeerde, fietsroute: de Berlin-Copenhagen radweg. De naam zegt het al, deze route voert je van Berlijn naar de Deense hoofdstad Kopenhagen.
Het Duitse deel van deze route vond ik werkelijk een heel erg fijn begin van de vakantie. In 4 dagen fietste ik door het prachtige landschap dat voornamelijk overheerst wordt door het Noord Duitse merengebied en het nationaalpark Muritz. In het kort, dit landschap zou je op zich wel kunnen vergelijken met de Veluwe, maar dan een flink stuk groter; en ook nog met een flink aantal grote en minder grote meren.
Het landschap kenmerkt zich door heuvels en meren die door de laatste ijstijd in het landschap zijn geschapen, en het geheel is flink bosrijk. Een flink aantal meren is onderling ook verbonden door onder andere de rivier de Havel. Dit alles bij elkaar, in combinatie met leuke plaatsjes, maakte het stuk noordwaarts fietsen tot de havenstad Rostock erg tof fietsen. De enige stukken die wat minder leuk waren, waren ‘Berlijn uit’ en ‘Rostock in’; maar goed bij zulke grote plaatsen moet je eigenlijk niet al te kieskeurig zijn.
Op de derde dag begon de ochtend regenachtig. Rond het middaguur begon het echter weer op te klaren, dusdanig dat ik onder een blauwe lucht reed en daarom al mijn overbodige waterwerende kleding maar weer uit had getrokken. Op dat moment reed ik het dorpje Waren in en besloot wat boodschappen te halen voor de lunch en ook alvast het avondeten. Op het moment dat ik bij de zelfscan-kassa mijn spullen sta af te rekenen hoor ik een keiharde onweersknal, en op hetzelfde moment breekt de hel los buiten: stortregen, hagel en keiharde wind. Helaas was ik vergeten mijn leren zadel af te dekken, dus die stond lekker water te vangen… gelukkig kon ik met een sprintje (uiteraard na het betalen van de boodschappen!) alsnog een zak over het zadel heentrekken zodat de schade beperkt bleef. Gelukkig dreef de bui vrij snel over, en na een uurtje scheen de zon alweer, voor de rest van de dag…
Overnachten deed ik op best fijne campings; zonder uitzondering ook met veel tentkampeerders. Waren het geen fietsers, dan waren het wel kano-vaarders; een andere populaire buitenspeel-activiteit hier in het merengebied. Erg leuk!
Uiteindelijk na een paar dagen kwam ik dus in Rostock aan; waar ik de ochtend na aankomst de boot naar het Deense Gedser nam. Ik moest eerst nog een kilometertje of 15 fietsen, waarna ik ruimschoots op tijd voor de Scandlines-boot van 11:15 uur aanwezig was. De overtocht duurde krap 2 uur, en dat was binnen notime voorbij.
Deel 2: Gedser –> Helsingør (+-262km)
Na aankomst in het Deense Gedser was ik vrij vlot van de boot af, en zette ik als eerst koers naar Gedser Odde. Dit is het meest zuidelijke punt van Denemarken, en ligt op nog geen 5 kilometer fietsen van de veerhaven. Prima excuus dus om een stukje ‘om te fietsen’. Eenmaal daar aangekomen genoten van de uitzichten over de OOstzee, en de steile kliffen (wel steil, niet hoog). Vervolgens weer terug noordwaarts over een karrespoor.
Ik bleef niet heel lang in Denemarken fietsen. In 2,5 dag fietste ik in min of meer Noordelijke richting met als ‘einddoel’ de havenstad Helsingør.
Vooral het stuk tot aan Roskilde was er leuk fietsen, en vooral ook heel erg afwisselend. Bossen, stranden, woeste kusten, landbouwgebieden, dorpjes: alles kwam ik wel tegen. Ook ontsnapte paarden helpen vangen en terug in de wei plaatsen maakte deel uit van het Deense avontuur.
Op het eiland Sjaelland, voorbij Roskilde, merkte je duidelijk dat het dichtbevolkter en daardoor ook drukker werd. Ik fietste meer door steden en langs doorgaande wegen waar je niet omheen kon. Dit hield echter op op het moment dat ik even ten noorden van Kopenhagen bij de kust kwam. Nog wel bewoond, maar wel gelijk een stuk relaxter fietsen.
Bij aankomst in de havenstad Helsingør ben ik gelijk naar de veerboot doorgefietst, en na het kopen van een ticket bij het poortje kon ik gelijk doorfietsen de boot op.
Deel 3: Helsingborg –> Gotebörg (+-371km)
De overtocht naar het Zweedse Helsingborg ging voorspoedig, en onderweg zag ik zelfs een paar dolfijnen (ik vermoed bruinvissen). Het duurde niet lang of ik fietste mijn eerste meters op Zweedse bodem!
In Zweden fiets ik in eerste instantie over een langeafstandsfietsroute, genaamd de ‘Kattegattleden’. Kort gezegd, deze route volgt van Helsingborg naar Gotebörg min of meer de kustlijn.
De eerste 2 dagen voerden me over een tweetal schiereilanden langs de Zweedse westkust noordwaarts richting Halmstad. De route was best afwisselend, maar nooit echt ‘spectaculair’. Op de tweede avond kampeerde ik op een relaxte camping met veel andere fietsers, en vlakbij een mooi natuurgebied.
Vanaf Halmstad werd het nog minder ‘spectaculair’, omdat de route hier voornamelijk langs doorgaande wegen voerde. Gelukkig wel over vrij liggende fietspaden langs de weg. Hierbij waren de spannendste momenten van de dag de keren dat het fietspad van weghelft veranderde 🙂
Voorbij Kungsbacka in een redelijke rechte lijn richting Gotebörg gefietst, omdat de originele route een redelijk nutteloze lus maakt die eerst weer richting het zuiden gaat. Bovendien was de westkust me tot nog toe nog niet echt goed bevallen.
Deel 4: Gotebörg –> Oslo (+-470)
Ik besloot niet te stoppen in Gotebörg, en fietste daarom strak erdoorheen noordwaarts. Dit ging verrassend soepel, er waren bijna alleen maar aparte fietspaden en stroken in de stad; erg tof!
De route die ik richting Oslo heb gemaakt is een samenraapsel van verschillende bestaande stukjes fietsroute geworden die ik aan elkaar heb verbonden in Brouter en Komoot.
De route voert me de eerste dag nog langs de Scherenkust ten noorden van Gotebörg, waar ik uiteindelijk een mooie camping opzoek op het eilandje Stenungsön, wat middels een brug vanaf Stenungsund bereikbaar is.
De volgende dag ging het nu echt landinwaarts, en via mooie bospaden (soms gravel, soms perfect strak asfalt) ging het richting Vänersborg; dat aan het gelijknamige meer ligt. Het Vänernmeer is het grootste meer van Zweden, en ik fietste hier een flink aantal kilometers vlak langs. Niet dat ik het meer veel zag, want meertijds reed ik door de (erg mooie!) bossen.
Na een nachtje op een camping aan de rand van het meer gestaan te hebben ging het weer verder richting Oslo in noordwestelijke richting. Ik liet het Vänernmeer weer achter me en ging nu richting het Stora Le, een langgerekt meer dat helemaal doorloopt tot in Noorwegen. Dit meer bereikte ik bij het plaatsje Ed, waarna ik kilometerslang over een werkelijk schitterende weg langs het meer bleef fietsen: perfect asfalt, weinig autoverkeer en rondom prachtige uitzichten op het Stora Le aan de rechterkant en andere kleinere meertjes aan de linkerkant. Ondertussen ook nog flink wat hoogtemetertjes door steeds kleine stukjes omhoog…
Mijn laatste camping in Zweden is er eentje aan de oevers van het Stora Le, op slechts een paar kilometer van de grens met Noorwegen. Vanuit de tent mooie uitzichten over het meer, en de volgende ochtend kon ik gelijk Noorwegen infietsen. Grappig detail: Noorwegen is het vierde land van deze reis waar ik fiets; maar het is pas het eerste land waar ik daadwerkelijk FIETSEND de grens over ga…
Het contrast van de wegen in Noorwegen en Zweden is op zijn zachtst gezegd ‘groot’. Ten eerste waren de klimmen langer en steiler, wat op zich niet heel gek is omdat de heuvels/bergen nu eenmaal gewoon hoger zijn dan in het Zweedse deel van mijn route. Wat me echter vooral in wat negatievere zin opviel, was de kwaliteit van het asfalt en de drukte van het verkeer. Asfalt was gewoon slecht, en ik vond het ook erg druk. Dat tweede hoeft niet zo heel erg te zijn, ware het niet dat ik op de wegen amper ruimte had om uit te wijken, wat resulteerde in heel veel lang achter me blijven hangende auto’s omdat ze er vanwege slecht zicht niet langs konden. Niet altijd even relaxed. Wat verder ook niet meehielp, was dat ik tijdens de 2 fietsdagen in Noorwegen zo’n beetje de meeste regen tijdens het fietsen had van de hele fietsreis.
Uiteindelijk na 2 dagen door Noorwegen fietsen kwam ik redelijk verregend in Oslo aan, waar ik in de binnenstad een hotel had. Hier geen bemenste receptie, maar self-checkin op een terminal. Das mooi, scheelt discussie over fiets parkeren in de kamer; dat paste tenslotte prima 🙂
’s avonds nog even rondje door het havengebied gewandeld met uitzicht op de zonsondergang boven de de Oslofjord. Volgende dag bijtijds naar de terminal van Colorlines om de veerboot naar het Duitse Kiel te nemen. Overvaart duurde vrij lang, maar was op zich prima. Vanuit Kiel met de trein naar huis…
Weer thuis…
Na 16 dagen fietsen en bijna 2 dagen naar huis reizen vanuit Oslo kwam ik weer in Nederland aan; waar ik gelijk op het treinstation van Deventer al tegen het probleem aanliep dat ik niet mee mocht met de trein, omdat die ‘vol’ zat volgens de conducteur. Gelukkig ben ik niet voor 1 gat te vangen, dus bij de volgende trein zat deze jongen als eerste in de wagon met fietsplekken 🙂
Al met al kijk ik terug op een erg mooie fietstocht. Hoogtepunten waren duidelijk de fietsdagen in het Noord-duitse merengebied en het traject in het Zweedse binnenland tussen pak hem beet Gotebörgen Noorse grens.
Qua weer heb ik eigenlijk niet heel veel te klagen. De temperaturen waren eigenlijk perfect om te fietsen: niet te warm en niet te koud. Ook qua neerslag had ik redelijk geluk, waarbij eigenlijk vooral de 2 dagen in Noorwegen ‘in het water vielen’.
Dag | Van | Naar | Kilometer |
---|---|---|---|
1 – Woensdag | Alblasserdam | Rotterdam CS | 16,4 |
2 – Donderdag | Berlijn | Zehdenick | 85,2 |
3 – Vrijdag | Zehdenick | Blankenförde | 89,1 |
4 – Zaterdag | Blankenförde | Krakow am See | 102,5 |
5 – Zondag | Krakow am See | Rostock | 83,8 |
6 – Maandag | Rostock | Guldborg | 68,6 |
7 – Dinsdag | Guldborg | Ringsted | 105,7 |
8 – Woensdag | Ringssted | Nivå | 86,2 |
9 – Donderdag | Nivå | Ängelsholm | 79,9 |
10 – Vrijdag | Ängelsholm | Laxvik | 80,3 |
11 – Zaterdag | Laxvik | Galtabäck | 100,5 |
12 – Zondag | Galtabäck | Kungsbacka | 87,3 |
13 – Maandag | Kungsbacka | Stenungsön | 98,3 |
14 – Dinsdag | Stenungsön | Sikhall | 90,3 |
15 – Woensdag | Sikhall | Nössemark | 99,5 |
16 – Donderdag | Nössemark | Trøgstad | 92,1 |
17 – Vrijdag | Trøgstad | Oslo | 64,8 |
18 – Zaterdag | Oslo | Kiel | 1,4 |
19 – Zondag | Kiel | Alblasserdam | 23,4 |