Na de bossen en bergen van de Blue Mountains gingen we weer richting de kust, het Booderee National park. Hier reden we een kleine 3,5 uur over, en we kwamen net aan toen de laatste regen van een onweersbui gevallen was. Gelukkig bleef het ook hierbij.
Na het neerzetten van de tent op de camping gingen we eerst een kijkje te nemen op het nabijgelegen strand Greenpatch. Dit is een erg mooi strand met prachtig wit zand en mooi helder water. Het is volledig omringd door mooi bos. Het was jammer dat het een beetje bewolkt was, maar zelfs nu was het al mooi…
Omdat we beiden honger hadden gekregen gingen we vervolgens even naar de Coles om eten te halen. We namen een warm kippetje(eigenlijk kip) om te proberen, maar hij was helaas erg droog. Hierdoor smaakte hij toch minder goed dan gehoopt, maar ja je kan niet alles hebben.
Na het eten gingen we nog even een strandwandeling maken, richting de een paar kilometer verderop gelegen marinebasis en terug. Dit was best een fijne wandeling en smaakte naar meer. Nu viel eigenlijk de rust al op op het strand, het totale aantal mensen dat we tegenkwamen was op twee handen te tellen. Een wereld van verschil vergeleken met de stranden van Manly, nabij Sydney, waar we een paar dagen eerder waren.
‘S-nachts werden we op de camping tot twee keer toe gewekt door hevige regen. Beide buien hielden echter niet heel lang aan, en de volgende ochtend was de regen gelukkig over en begon de lucht veelbelovende blauwe plekken te laten zien. Ze zorgden wel voor de nodige verkoeling, en dat kan nooit kwaad eigenlijk.
Na ontbijt bij de Coles gehaald te hebben en dit op de camping opgegeten te hebben gingen we weer naar het strand, om hier een beetje te relaxen. We hebben gewoon een genoten van het weer, het uitzicht, de visjes en ik ook van de zee. Helaas vond Marcha het water te koud… beiden waren we het er wel over eens dat dit een van de mooiste stranden was waar we ooit waren geweest.
‘S-middags zijn we de rest van het nationale park wezen verkennen. Eerst reden we naar Steamers beach, maar daar aangekomen bleek het ook nog ruim 2 kilometer lopen te zijn naar een aantal mooie rotspartijen. Hier hadden we beiden niet echt trek in, dus draaiden we weer om.
Hierna reden we naar de vuurtoren ruïne op Cape George. De vuurtoren was niet heel spectaculair, het uitzicht echter des te meer. Je kijkt hier uit over de oceaan, die ook hier prachtige blauwe kleuren heeft.
De twee opvolgende plekken waar we een stop maakten waren bij de Scottish rocks en bij Hole in de Wall. Vooral de laatste was best de moeite waard door de rotsformatie. Eigenlijk best indrukwekkend om te zien vind ik, wat voor invloed de elementen kunnen hebben op de rotsen alhier…
Na het eten, waarbij we de pauwen van ons af moesten slaan, zijn we wederom nogmaals naar het strand bij de camping geweest, nu om foto’s van de zonsondergang te maken, die overigens schitterend was… De pauwen waren overigens niet de enige beestjes op de camping: het stikte werkelijk van de vogels, waaronder Kookaboorra’s, vele papegaai-soorten, kleine vogeltjes, kaketoes en natuurlijk ook kangaroes en walibis. Ook in het water kan je je hart ophalen aan wildlife, het stikt letterlijk van de visjes…