De Noordelijke Eifel vanaf de racefiets

Langs de Vennbahn

De eerste week van Maart 2025 waren de weersvoorspellingen dusdanig goed, dat ik besloot om naar de Duitse Eifel af te reizen om deze te voet en te fiets wat beter te gaan verkennen.

Vanuit mijn standplaats in het minigehuchtje Seifenauel, hoog boven het riviertje de Roer in de gemeente Simmerath maakte ik een tweetal prachtige dagtochten op de racefiets.

Uitzicht op Dedenborn

Tocht 1: Over het dak van Belgie (108km)

Mijn eerste tocht in de Noordeifel, of Roereifel, was er eentje die ik op internet had gevonden, vanaf de website www.racefiets-routes.nl. Hier staan een groot aantal mooie fietsroutes op in verschillende landen. en ik heb er inmiddels al een aantal met veel plezier nagereden.

Gelijk na bij mijn verblijf rechtsaf te zijn geslagen mag ik na een korte daling naar de Roer om die over te steken flink gaan klimmen over een hele rustige bosweg. Een erg mooi begin van de route, want de weg is verboden voor autoverkeer, op boswerkers na. Erg lekker fietsen zo, en de klim viel alleszins mee. Ik had hier een beetje tegenop gezien, doordat het voor het eerst sinds mijn trip naar het Zwarte Woud in September was dat ik zoveel klimmeters mocht overbruggen. Gelukkig ging het allemaal prima, zelfs de paar stukjes van 13%.

Uiteindelijk kwam ik op een hoogte van rond de 550 meter uit, en rond die hoogte bleef ik een beetje op en neer schommelen. Via de dorpjes Hofen en Kalterherberg ging het nu richting de Belgische grens. Vlak over de grens, in Belgie, kwam ik op een fietspad gebouwd op een voormalig spoor, waar ik al een paar keer eerder op gefietst heb op doorreis naar het zuiden. Dit spoor volgde ik een kleine 15 kilometer, en dat was best relaxed fietsen met mooie uitzichten rondom.

In Weywertz verliet ik de Vennbahn, en gelijk kreeg ik het gevoel op het soort wegen te fietsen die perfect voldoen aan het stereotype beeld dat Nederlanders van Belgische wegen hebben. Wat ook niet hielp was dat het flink zonnig was, maar ook aardig wat begroeiing naast de wegen. Door de schaduw zag ik de potholes in de weg niet altijd even goed; dus vooral in de afdalingen was het erg voorzichtig aan doen.

Na het ‘alleraardigste’ Sourbrodt te hebben geschampt kwam ik op het minst leuke stuk van de route: de fietsstrook langs de N676; een lange rechte N-weg waar de auto’s je met 90km per uur voorbij razen. Gelukkig reed ik wel op een fietsstrook, maar er was verder geen barrière tussen mij en de auto’s. De enige reden dat ik hier fietste, was omdat deze weg me naar ‘het dak van België’ zou brengen, namelijk het signaal van Botrange, op 694 meter het hoogste punt van België; en ook de Benelux… een beklimming die al een tijdje op mijn wensenlijstje staat.

Oversteken van de Weser

Na de top bereikt te hebben (niks meer en niks minder dan een grote parkeerplaats, een restaurant en een trap die ervoor zorgt dat je naar de 700 meter kan lopen) ging het via een lange afdaling weer naar beneden, waar ik uiteindelijk in Eupen uitkwam. Hier moest ik even improviseren vanwege de vele wegwerkzaamheden en andere bouwput-activiteiten, maar al vrij vlot kwam ik bij de Wesertalsperre uit, een groot stuwmeer aan de rand van de stad. Dit meer volgde ik een poosje, via een mooie rustige bosweg, en na het verlaten van het meer ging het door nog meer bossen, tot ik bij Konzen Duitsland weer in fietste. Vanaf hier ging het via Simmerath en nog wat kleinere dorpjes door een typisch hagenlandschap weer terug richting Seifenauel, waar ik na het parkeren van de fiets terug kon kijken op een erg gave fietsdag, met zeer veel afwisseling onderweg.

Total distance: 107.66 km
Max elevation: 695 m
Total climbing: 1563 m

Tocht 2: Rondje om de Rur- en Urftsee heen (77km)

De tweede dag dat ik ging fietsen, was een route die ik zelf had gemaakt via Komoot. De route die hier uit kwam was er eentje die in zijn geheel rondom de Rur- en Urftsee ging. Op sommige plekken er vlak langs, op sommige plekken er wat verder vanaf en soms er hoog boven… dit beloofde ook weer een gevarieerde tocht te worden in ieder geval.

Vanuit Seifenauel ging het eerst via niet al te drukke weggetjes richting het dorpje Rurberg, aan de oevers van de Rursee. Vanaf hier had ik een langere klim voor de boeg richting Steckenborn; onderweg getrakteerd op mooie uitzichten op het stuwmeer.

Voorbij het dorpje Steckenborn dook ik de bossen in, waarbij ik over een paar prachtige smalle bosweggetjes verder reed; begeleid door alleen maar het gefluit, gegil en gekrijs van een groot aantal vogels. Het was duidelijk dat er hier in het bos ook groter wild rondhing; gezien de vele wroetsporen in de grond van wilde zwijnen.

In het bos…

Uiteindelijk ging het via een vlotte afdaling weer richting de rivier de Rur, bij Nideggen-Bruck. Nog voordat ik de rivier overgestoken was zag ik aan de overkant al steile roodbruine rotswanden bij het dorp Nideggen, evenals een erg mooie burcht.

Na het oversteken van de rivier mocht ik gelijk weer aan de bak om in Nideggen te komen, vanaf waar ik afwisselend over heuvelruggen en vlak langs de rivier via het dorp Hausen uiteindelijk richting Heimbach ging. Bovenop de heuvels was het vooral landbouw dat de klok sloeg, en gezien het nog vroeg in het voorjaar is, waren deze velden erg kaal. Ik kan me voorstellen dat je hier in hartje winter niet in slecht weer wild rondlopen of fietsen, dan is het volgens mij bitterkoud… nu hier gelukkig geen last van, in het overheerlijke voorjaarszonnetje met een temperatuur van ruim 15 graden.

Na het passeren van Heimbach ging ik het massief de Kermeter over, een van de grootste aaneengesloten loofbossen in het Duitse Rijnland; gelegen op een bergrug. Ik klim over een niet al te drukke weg naar een hoogte van 535 meter boven NAP, en onderweg getrakteerd op heel veel bomen.

Ik kwam uiteindelijk in Gemund uit, wat er enigszins uitgestorven zag vergeleken met Nideggen of Heimbach, terwijl het er op de kaart toch echt groter uitziet. Het gebrek aan een kasteel zal er wel mee te maken hebben. Na Gemund moest ik echt steil omhoog, en werd bovenop weer beloond met prachtige uitizichten rondom. Een van de mooiste stukken van de dag. Helaas kwam ik hierna uit op de B266, een Bundesstrasse waar je met de auto 100 kilometer mag rijden. Helaas heeft deze weg geen vluchtstroken oid, dus ik moest de weg samen delen met de auto’s. Gelukkig ging het bergafwaarts, dus de hoeveelheid tijd die ik erop reed kon ik minimaal houden. Het was echter, net zoals de N-weg naar het signaal van Botrange gisteren, niet het leukste stuk om te fietsen. Helaas lopen er parallel aan deze B266 niet echt kleinere wegen, en omrijden via kleinere wegen voegt gelijk 50 kilometer extra aan de rit toe; en daar had ik niet echt zin meer in 🙂

Total distance: 76.88 km
Max elevation: 534 m
Total climbing: 1476 m
Bladwijzer maken Permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *