Fietsen over de Hanzefietsroute deel 4: de bergen over richting de Rijn

Dag 22: Derneburg –> Hameln (79km)

Na vertrek van de camping in Derneburg ging het vrij vlot richting de hansestad Hildesheim. Hier ben ik nog even van de route afgeweken om de binnenstad te bekijken, en daar was het helaas best druk, dus ik ben niet heel lang blijven hangen. Helaas hadden ze overal de kasseien uit de tijd van Julius Ceasar ook nog laten liggen, dus dat fietste niet heel lekker, het ging echt van z’n hotsebots. Tijd om snel weer de stad uit te fietsen dus.

Hildesheim

Na Hildesheim duurde het nog een poosje voor het interessant werd in het Osterwald. Dit was pas het eerste bos vandaag, en al gelijk bij het binnenrijden moest ik me eerst langs een grote bosbouwmachine wurmen, wat gelukkig geen probleem was.

Hierna was het flink klimmen geblazen, en dat ging best lekker. In eerste instantie over bosbouwwegen, maar daarna over een gewone autoweg waar ze 100 reden. Niet heel prettig fietsen om eerlijk te zijn, maar ik heb het overleefd…

De rest van de dag tot aan Hameln bevatte nog een aantal stevige klimmetjes, maar geen daarvan was zo hoog als die in het Osterwald. Tevens kwam ik nog door het dorpje Coeppenburg met een mooie oude ruïne.

Fiets en burcht.

Uiteindelijk kwam ik aan bij de kampeersite van de kanovereniging van Hameln, waar ik mijn tentje vlak bij de rivier de Weser heb opgezet, de tweede keer deze vakantie dat ik deze rivier tegenkom.

Ik vond het erg leuk om weer eens op een kampeerplek te staan met nog een paar andere tentkampeerders. Eén hiervan was van een Duitse fietser, Olli, die van de Alpen naar de Noordzee aan het fietsen was en nu ongeveer halverwege was. Het klonk als een hele gave tocht… Best tof om gelijkgestemden tegen te komen  🙂

Rattenvanger van Hameln

Na het klaarmaken van de kampeerplek ben ik ook nog even de stad in geweest, maar Hameln vond ik niet perse veel spectaculairder dan Hildesheim, Braunschweig of één van de andere Hansesteden op het zuidelijke deel van de Hansefietsroute. Ik merkte dat ik inmiddels redelijk steden-moe begon te worden. Dit is redelijk vergelijkbaar met de tempeltjes-moeheid en nationaleparken-vermoeidheid die ik had in respectievelijk Japan en de Verenigde Staten 🙂

 

 

Dag 23: Hameln –> Kempen (92km)

Vanmorgen moest ik er om 6 uur uit omdat mijn blaas signalen gaf dat er wat uit moest. Na dat geregeld te hebben bleek het flink fris te zijn buiten: 4,8 graden Celsius. Na teruglopen naar de tent viel mij op dat er een mooie mistlaag over de Weser hing, dus ik heb nog even de camera uit de tent gehaald en geprobeerd wat plaatjes te schieten. Helaas had ik vanaf de kampeerplek een niet heel erg mooi uitzicht op de rvier, maar ben ondanks dat toch redelijk tevreden.

Weser in de ochtend.

Uiteindelijk vertrok ik rond 9 uur van de kanovereniging, en dit was volgens mij de tweede keer dat ik vertrok met arm- en beenstukken aan. Het was mij toch nog iets te fris om in korte broek en t-shirt te gaan fietsen.

Al gelijk na het oversteken van de Weser moest ik al een flinke klim maken. Helaas bleek die helemaal voor niks te zijn, omdat op een gegeven moment de weg afgesloten bleek te zijn. Konden ze dat niet eerder aangeven denk ik dan, maar nee het moest perse pas boven…

Gelukkig lukte het met Google maps en de opgegeven omleidingsroute toch om de route uiteindelijk weer op te pikken. Dit ging door een bosrijke omgeving met een paar mooie uitzichten. Hameln is in ieder geval voorzien van een prachtige achtertuin!

Bospaadje in prachtige bossen

De komende kilometers zouden vooral op en neer blijven gaan, wat het gelijk ook de zwaarste dag tot nu toe maakte. In eerste instantie over rustige (zowaar) asfaltwegen, en later ook op boswegen. Die asfaltwegen zorgden er ook voor dat de afdalingen ook lekker vlot gingen. Regelmatig zat ik over de 45 km/u.

In de heuvels…

Het laatste stuk voor de staf Lemgo was een hoogtepunt, een prachtig bos waar je doormiddel van een mooie klim in terecht komt. Uiteindelijk bleef ik hier ook op hoogte fietsen, met op een gegeven moment het surrealistische stukje door het dode dennenbos als mooiste stuk. Uiteindelijk aan de buitenrand van Lemgo ging het vervolgens met een noodgang naar beneden.

Lemgo zelf is ook weer een oude stad met een Hanze-verleden. Ik vond de Altstad echter tegenvallen en was er snel weer doorheen.

In Lemgo stond ik ook voor de keus: hier een camping zoeken, of nog 40km doorfietsen naar de volgende camping? Aangezien ik het tot nu toe wel lekker vond gaan besloot ik toch door te fietsen.

Externsteinen

Deze keus maakte dat ik uiteindelijk met flink verzuurde benen en amper nog energie over op de camping in Kempen aankwam. Bij elkaar heb ik vandaag meer dan 1500 hoogtemeters gemaakt, meer dan ooit tevoren op de fiets voor mij 🙂 vooral het vele stijgen en dalen maakte het vermoeiend, op een gegeven moment werd het lastig om 1 tempo te rijden. Gelukkig bood de toeristische trekpleister de Externsteinen een mooie tussenstop. Dit zijn een paar erg indrukwekkende rotsformaties.

Externsteine

Op de camping aangekomen ben ik gelijk gaan eten, ik had namelijk grote berenhonger. Helaas moest ik het doen met een noodpakket, omdat de volgens de gids aanwezige winkelmogelijkheid in Feldrom niet meer leek te bestaan…

Dag 24: Kempen –> Kallenhardt (83km)

Vannacht heb ik eindelijk weer eens op een camping geslapen die niet in de herrie van een drukke weg ligt. Wel kon ik redelijk goed het gewapper van windmolens horen, maar dat was gelukkig niet heel storend. Wel heb ik me een paar minuten afgevraagd wat ik nou hoorde voordat het kwartje viel 🙂

Ik was weer redelijk bijtijds vertrokken, en ik besloot niet terug te gaan naar waar ik gisteren de route had verlaten. In plaats daarvan ging ik via het mooie dal van de Durbeke-beek. Dit was redelijk parallel aan de originele route, maar dan een stukje lager, in het dal. Tijdens het fietsen alhier reed ik geheel autovrij, en de enige andere mensen die ik tegenkwam waren wandelaars en fietsers. Best lekker doorfietsen, zo’n rustig stuk. Om eerlijk te zijn, totaal geen straf.

Vlak voor de grote stad Paderborn kwam ik weer op de originele hanzefietsroute terecht, en ging het gelijk de stad in. Ook nu vond ik het weer niet fijn fietsen in de stad, mij veel te druk. Je schiet ook voor geen meter op, zeker omdat je vaak in die binnensteden niet mag fietsen en daar waar het wel mag switcht het pad best vaak naar de andere kant. Maar goed, uiteindelijk lukte het toch om eruit te komen via het Alme-radweg-fietspad. Ik moet wel zeggen dat ik een patroon begin te herkennen hierin…

Voor ik dit mooie fietspad op kon pakken, moest ik eerst nog een boerenerf over wat blijkbaar niet mocht. Ik stond opeens voor een dichte slagboom, en erlangs paste uiteraard net niet met volle bepakking. Dit kostte dus ff wat tijd om er langs te komen omdat ik de tassen één voor één van de fiets af moest halen en er weer ophangen achteraf. 

Uiteindelijk kon ik toch door het dal van de rivier de Alme gaan fietsen, en dat was eigenlijk perfect. Prachtige paden en zo goed als autovrij. Ik vond het absoluut geen straf om hier te fietsen. Dit fietspad komt ook door het stadje Büren, dat een best wel indrukwekkende kerk heeft. Mooi gebouw!

Kerk

Even voorbij Büren verliet de Hanzefietsroute de Alme-radweg, en ik ging via een steile klim het dal uit. Het eerste stuk was gigantisch steil, en ik had binnen notime last van flink verzuurde benen. De benen waren duidelijk nog niet goed uitgerust van de zware rit van gisteren. Dat werd dus lopen! Geluk voor mij was dat dit niet heel ver was.  Dit lopen deed ik uiteindelijk een paar honderd meter, tot het wat minder steil werd. Hierna stapte ik weer op de fiets om gewoon fietsend naar de top te gaan. Tijdens het fietsen kwam ik in eerste instantie door boerenland en uiteindelijk ook door bos. De uitzichten rondom waren best mooi.

Na de top overgestoken te zijn ging het via een snelle afdaling naar het dal van de Möhne, die ik kort volgde tot aan de rand van Rüthen. Hier moest ik weer van de route afwijken om naar de camping in Kallenhardt te gaan, die bijna 4 kilometer verderop langs een drukke weg ligt. Aangezien er geen fietspad naast ligt, moest ik dus over de weg EN DAT IS KUT. Geluk is wel dat de weg niet zo heel erg druk is, dat viel dus weer mee.

Uiteindelijk op de camping aangekomen hadden ze gelukkig nog een plekje voor me. Hopelijk lukt het om te slapen, want volgens mij sta ik omringd door rare herrieschoppende mensen…

Dag 25: Kallenhardt –> Sorpesee (75km)

Afgelopen nacht was het wederom best fris geworden volgens zowel mijn horloge als fietscomputer. In de tent: 4 graden, buiten: 2 graden. Ik was dolblij met mijn vorig jaar aangeschafte dons slaapzak van Cumulus, daardoor had ik het lekker warm…

Koud

Vanwege diezelfde kou ging het inpakken vanmorgen ook iets sneller als gewoonlijk, stilzitten is namelijk kou lijden 🙂

Zodoende zat ik ruim voor negen uur alweer op de fiets, en na enig zoeken reed ik weer op de autoweg naar Rüthen om daar de Hanzefietsroute weer op te pakken. Gelukkig was het nu rustiger dan gistermiddag, dat was wel relaxed.

Na oppikken van de route ging het over mooie fietspaden weer door het Möhne-dal. Dit was best relaxed fietsen: mooi geasfalteerd fietspad, afwisselend landschap en geen autoverkeer.

Riviertje

Uiteindelijk kwam ik, na ook een aantal kleine dorpjes te zijn gepasseerd, bij de Möhne see aan. Hier zou ik volgens de gids via een boog naar Soest moeten gaan en bij de andere kant van het meer weer terug te komen. Hier had ik niet heel veel trek in: ik heb het ondertussen wel een beetje gehad met die middelmatige Duitse steden, en verder spaart het ongeveer 25km. Geen Soest dus vandaag. Als ik naar Soest wil ga ik wel naar die in Nederland 😛

Ik bleef dus in een rechte lijn de zuidoever van het meer volgen, zodat ik 7 kilometer verderop de route weer oppikte. Dit stuk ging ook weer via de prima fietspaden langs het meer, alleen hier was het wel wat drukker geworden ondertussen, eigenlijk ook niet heel gek vanwege het zonnige weer.

Na bij de stuwdam even uitgerust te hebben ging het daarna het bos in. Dit was onverhard, en dat merkte je gelijk aan de hoeveelheid mensen die opeens een stuk minder was. Dat vond ik eigenlijk niet zo erg.

Mooi fietsen was het hier ook: eerst klimmen en daarna nog eventjes op hoogte. Jammer dat het bos toch als een productiebos overkomt, omdat er best veel houtkap was, maar goed het was sowieso een stuk beter dan door die binnensteden fietsen.

In de hoogte…

Na het verlaten van dit bos ging het helaas via een wat minder mooi stuk richting de Sorpesee. Dit ging via oninteressante stadjes, kut paden en zelfs erg drukke autowegen met een soort van file. Uiteindelijk kwam ik toch bij het meer uit, en omdat de camping die ik op het oog had aan de westoever van het meer lag bleef ik aan die kant fietsen, in tegenstelling tot de officiële route.

Ook nu ging het weer over een goed fietspad, alleen het was wel gigantisch druk. Zowel met wandelaars als met fietsers op het fietspad, als met auto’s en vooral motoren op de weg ernaast. Eén ding is wel zeker: hier moet je niet zijn als je rust wilt. Volgens mij komt het halve Ruhr-gebied hier recreëren…

Tijdens het fietsen langs het meer kwam ik meerdere campings tegen, maar ik besloot naar de laatste vlak voor het plaatsje Amecke te gaan omdat die genoemd wordt in de gids. Dit bleek helaas een vergissing, want die bleek alleen voor campers te zijn. Daarom fietste ik  weer 5 kilometer terug naar Zeltplatz 4, waar ik ook het idee had dat er ook tenten zouden worden toegelaten gezien de naam. Dit was inderdaad zo, er is aan de rand van het meer een dunne strook gras voor tentjes. Zo heb ik ik hier het mooiste uitzicht tot nu toe, maar als ik achter me kijk kijk ik naar een muur van trailertrash ):)

Uitzicht Sorpesee

Aangezien ik zo dicht bij het meer stond ging ik met zonsondergang ook nog even met de camera op stap, en ik kan stellen dat ik allesbehalve ontevreden ben over de gemaakte foto’s. Tijdens het fotograferen viel me wel op dat er langs de oevers van het stuwmeer een soort gras langs de kant lag, wat spierwit was. Best vreemd…

Dag 26: Sorpesee –> Kessenhammer (61km)

Vandaag staat er qua afstand een vrij korte rit op het programma. Volgens mijn van te voren gemaakte schema zou ik nog 30 kilometer verder moeten fietsen, maar gezien mijn ervaringen van de afgelopen dagen met het in de bergen fietsen lijkt me dat niet erg haalbaar aangezien ik vandaag over het ‘dak’ van de Hanzefietsroute ga.

Vanaf de camping aan de Sorpesee ging het eerst rustig nog langs het meer richting het dorpje Amecke, waarna het richting Stockem langzaam omhoog ging. Hier heb ik eerst wat broodjes gehaald bij de bakker voor ontbijt en lunch, omdat het ontbijt op was. Hierna ging het weer op pad en dan mocht ik gelijk aan de bak. Al in het dorp ging het steil omhoog, maar dat werd na het inrijden van het bos wat minder. Stijgen deed het continue, maar met een best wel relaxter heling. Echt heel hard klagen deed ik eigenlijk niet.

Dit klimmen ging uiteindelijk best lekker, alleen jammer dat het grint waar ik op reed nogal los lag. Een paar keer gleed ik hierdoor ook weg, maar gelukkig kon ik wel overeind blijven.

Sauerland

Uiteindelijk kwam ik boven bij een klein skigebiedje, op een hoogte van 640 meter boven de grond. Je hebt hier best mooie uitzichten. Tevens is er een zendmast, waar je ook in kan naar een uitkijkplatform. Hier ben ik niet ingeweest, ik was een beetje bang dat dit nogal zwaar zou zijn voor mijn bovenbenen. Bovendien ken ik de uitzichten wel van dit soort torens.

Hoogste punt van de Hanzefietsroute

Uiteindelijk moest ik natuurlijk weer naar beneden, en dat ging met een topsnelheid van 54 kilometer per uur, en dat vond ik best hard gaan. Gelukkig was het een rustige weg waar ik op reed, dus echt heel gevaarlijk vond ik het niet, zeker omdat het asfalt ook uitmuntend was.

Eenmaal beneden aangekomen kwam ik in een uit zijn kluiten gegroeid dorp uit, vanaf waar ik via een hele drukke weg richting Attendorn reed. Dit moest over de weg omdat het fietspad dat er speciaal voor ligt afgesloten is. Ik vond dit geen prettig stuk om te fietsen.

Eenmaal in Attendorn heb ik nog even boodschappen gedaan voor het avondeten, waarna ik via een mooi fietspad langs de Biggesee richting de camping Kessenhammer reed, waar ik als enige op het hellende tentenveld stond… hierdoor sliep ik helaas wat minder, omdat ik steeds onderin de tent lag 🙁

Tentenveld Biggesee.

Dag 27: Kessenhammer –> Rodenkirch (95km)

Biggesee

Afgelopen nacht helaas slecht geslapen, doordat ik steeds weggleed van mijn plek in de tent. De helling van het tentenveld was dusdanig dat het niet leuk meer was.

Na uiteindelijk toch nog enigszins uitgerust en ingepakt te zijn ging het weer op pad. Vandaag zou het richting Keulen gaan met de laatste zware klimmen van de vakantie. Die klimmen vielen het eerste stuk tot aan Olpe nog wel mee, want dat ging wederom over een mooi fietspad langs de Biggesee. Bijna zo goed als vlak, met een paar ieniemienie klimmetjes.

Na het passeren van Olpe moest ik echter wel volop aan de bak, omdat ik naar een hoogte van plusminus 500 meter mocht gaan fietsen. Hier had je best mooie uitzichten, en er bleek ook een soort skigebiedje te zijn.

Mooi uitzicht

Helaas begon hier ook mijn maag een beetje op te spelen, en de komende anderhalf uur fietste dat niet heel fijn. Tot consequenties leidde het gelukkig niet, maar het leidde me wel af. Gelukkig was het wel over nadat ik een tweetal couscous wraps had gegeten, blijkbaar was dat nuttig.

Tot een kleine 25 kilometer voor Keulen bleef de route eigenlijk op en neer gaan in het Bergische land, en dat af en toe met gemeen steile stukken. Uitgerekend de laatste bleek er 1 teveel te zijn: die moest lopend voltooid worden. Eenmaal boven had ik echter wel uitzicht op enkele hoge gebouwen van Keulen, waaronder de beroemde dom. Het valt me tot nu toe wel op dat ik uitgerekend steeds bij de laatste klim steeds een stukje moet gaan lopen…

Fiets in de hoogte.

De laatste kilometers voor vandaag gingen eerst door een licht glooiend natuurgebied dat voorheen een schietterrein was. Het was hier ook ten strengste verboden om van de paden af te wijken vanwege het nog verspreid kunnen liggen van onontplofte munitie. Ik vroeg me hier wel af hoe het dan zat met Zwijnen, Reeën en edelherten…

Lebensgefahr

Na het verlaten van dit bos ging het via enkele fietspaden die niet de schoonheidsprijs verdienen door het stadje Porz-Eil richting de Rijn. Hier nam ik voor 2,50 het veer dat al klaar lag, en vervolgens stond ik binnen 5 minuten aan de overkant. Vanaf hier was het nog maar een kleine 3 kilometer naar de camping in Rodenkirch waar ik gelukkig een plaatsje kreeg ondanks boze plakkaten aan de deur dat Noord- en Zuidhollanders niet welkom waren vanwege de coronatoestanden aldaar…

‘S-avonds ben ik nog even wat wezen eten in het restaurant, konijn met worteltjes. Eindelijk eens een ander menu dan de standaard schnitzels of pizza. Dit smaakte ook uitstekend. Na het eten niet heel veel meer gedaan op de camping, behalve nog de fiets in de speciale fietsgarage plaatsen. Hier werd speciaal voor gewaarschuwd bij de receptie, dus er zal wel veel gejat worden hier op de camping…

 

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *